Elle Struijf, GGD Hollands Noorden en NCJ

    Elle Struijf, arts Maatschappij en Gezondheid en Strategisch Adviseur Publieke Gezondheid en Veiligheid van GGD Hollands Noorden en het NCJ, is lid van de taskforce JOOZ. Lees hier haar persoonlijke verhaal en waarom zij zich in wil zetten voor onze doelgroep.

    Waarom zijn jullie lid van de taskforce?

    “In een rapport over tienermoeders miste ik voor een deel de preventieve interventie VoorZorg en daar was ik het niet mee eens. Ik heb hier toen over gesproken met de initiatiefnemers van programma JOOZ. Na dit eerste contact was er een klik en werd ik gevraagd om bij de Taskforce te komen. Als medicus ben ik een mooie aanvulling op de andere leden binnen de taskforce en kan ik voor verbinding zorgen tussen het medische en het sociaal domein. Ik kijk vooral met de blik vanuit de Publieke Gezondheid naar de zorg voor kwetsbare gezinnen.”

    Wat wil je bereiken?

    “Ik wil een brede, integrale aanpak voor kwetsbare jonge zwangeren en in de eerste twee levensjaren van het kind.  En dat daarbij de cliënt centraal staat. Dat betekent dat iedereen met elkaar moet samenwerken, ook met de jonge moeder zelf: wat wil ze, wat kan ze en wat heeft ze aan (sociale) steun? Uiteindelijk wil ik toe naar langdurige, consequente ondersteuning. Voor VoorZorg is hier een mooie rol weggelegd voor een professionele en goed opgeleide VoorZorgverpleegkundige. Maar ook voor andere (kwetsbare)  gezinnen is continuïteit in ondersteuning van groot belang. Eén gezin, eén plan. Het is belangrijk dat iedereen met het gezin erbij om de tafel gaat als er afstemming nodig is. Hulpverleners vanuit de geboortezorg en bijvoorbeeld wijkteams en JGZ kunnen dan samen met de cliënt kijken wat mogelijk is. Vaak willen hulpverleners te veel dòen, maar je kunt niet meer doen dan haalbaar is.”

    Wat raakt je en geeft de drive om je in te zetten voor de doelgroep?

    “Het is schokkend om te zien hoe moeilijk sommige gezinnen het hebben. Ik ben consultatiebureauarts geweest en heb daar veel goedwillende, maar ook onmachtige jonge ouders gezien.  Door de moeilijk situatie waar deze ouders in zitten, zijn de kindjes vaak ook op een bepaalde manier ‘beschadigd’. Het raakte me om te zien hoe deze jonge ouders naast alle problemen die ze zelf hebben, ook nog een onrustig kindje moeten opvoeden. Deze ouders willen het zo graag goed doen voor hun kind, maar maken soms toch ‘verkeerde’ keuzes. Ik heb gezien dat het belangrijk is niet altijd direct in de hulpverlening te schieten. Probeer het voor de deze jonge ouders zo onder woorden te brengen, dat ze zelf gaan zien en doen wat nodig is om de problemen aan te pakken. Dat geeft ook veel meer zelfvertrouwen. Zìj willen het beste voor hun kindje, daar moeten wìj op aansluiten.”

    Websites: GGD Hollands Noorden en NCJ